Aan de rand van het bos stuiten Smal en Klus op het zandkasteel van een mensenkind. Klus, die er al jaren van droomt om in een kasteel te wonen, benoemt zichzelf meteen tot kasteelheer. Plop, Kwebbel, Smul, Smal en Lui mogen van Klus ook in het kasteel wonen, in ruil moeten ze echter alle klusjes opknappen. Lui wordt lakei en Smul kok... En voor Plop heeft Klus ook een leuk werkje: hij mag nar spelen. Plop gaat boos weg! Hij is nog maar net weg of het begint te stortregenen. Oei, dat belooft!